Opname accommodatie

Opname accommodatie

KC23-007 21 februari 2023

Uitspraak onafhankelijke klachtencommissie Wvggz Gelderland Midden en Zuid

 

 

Inzake : [klaagster]
Instelling : Pro Persona
Klachtnummer : KC23-007
Datum ontvangst klacht : 9 februari 2023
Schorsingsverzoek : n.v.t.
Datum hoorzitting : 20 februari 2023
Datum uitspraak : 22 februari 2023

 

 

 

Aanwezig bij de hoorzitting

[XX] (verweerder)

[XX] (Verpleegkundig specialist i.o.)

 

[XX] (voorzitter)

[XX] (psychiater)

[XX] (verpleegkundige)

 

[XX] (ambtelijk secretaris Wvggz klachtencommissie)

 

 

Beschrijving van de klacht

De klacht houdt samengevat in dat klaagster het niet eens is met de opname in een kliniek.

 

 

Bevoegdheid klachtencommissie

Klaagster heeft een klacht ingediend over een situatie als bedoeld in artikel 10:3 Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (hierna: ‘Wet verplichte ggz’). De klachtencommissie is op grond van artikel 10:1 lid 2 van de Wet verplichte ggz bevoegd om uitspraak over de klacht te doen.

 

 

Procesverloop

De klachtencommissie heeft op 9 februari 2023 een klacht ontvangen inzake opname in een kliniek als onderdeel van de verplichte zorg. Dezelfde dag zijn partijen geïnformeerd over de behandeling van de klacht en uitgenodigd voor de hoorzitting.

 

De klachtencommissie heeft op 16 februari 2023 het verweer ontvangen en diezelfde dag doorgestuurd naar partijen.     

 

De digitale hoorzitting heeft plaatsgevonden op 20 februari 2023. Partijen hebben tijdens de zitting hun standpunt toegelicht. Aan het einde van de hoorzitting heeft de voorzitter medegedeeld dat de uitspraak uiterlijk op 23 februari 2023 per mail aan partijen zal worden gezonden.       

 

De klachtencommissie heeft inzage gehad in de volgende stukken:

-           Ingediende klacht d.d. 09-02-2023;

-           Verweerschrift d.d. 16-02-2023;

-           Beschikking CM d.d. 08-12-2022 en VCM d.d. 12-12-2022;

-           Beschikking zorgmachtiging d.d. 04-01-2023;

-           Medische verklaring CM d.d. 08-12-2022;

-           Medische verklaring voorbereiding zorgmachtiging d.d. 12-12-2022;

-           Mededeling voorbereiding ZM d.d. 23-11-2022;

-           Bevindingen GD d.d. 12-12-2022;

-           Beslissing verlenen VZ d.d. 08-12-2022 en 25-01-2023;

-           Informatiebrief dossier d.d. 23-01-2023;

-           Zorgplan d.d. 09-12-2022;

-           Decursus en rapportage verpleegkundigen 09-12-2022 t/m 13-02-2023.

 

 

Feiten

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met diverse psychotische ontregelingen in de voorgeschiedenis, vermoedelijk voortkomend vanuit schizofrenie. Ook bij aanvang van deze opname, die middels crisismaatregel tot stand kwam, werd er een duidelijk psychotisch beeld gezien.

 

Klager ontvangt verplichte zorg op grond van een zorgmachtiging met een ingangsdatum van 04 januari 2023 en met een expiratiedatum van 4 juli 2023.

 

 

Verslag van de hoorzitting

Voor aanvang heeft de PVP telefonisch laten weten dat klaagster de afdeling die ochtend had verlaten en dat de verwachting was dat zij niet voor de middag terug zou zijn en dus ook niet bij de zitting zou verschijnen. Bij navraag op de afdeling bleek de hoorzitting niet vermeld op het planbord van de afdeling maar de vorige dag nog wel door de verpleging met klaagster besproken. Ook is de ontvangstbevestiging met informatie over de behandeling van de klacht, waaronder informatie over de hoorzitting, aan klaagster uitgereikt. De PVP heeft in de week voor de hoorzitting telefonisch contact hoorzitting gehad met klaagster. Klaagster is derhalve deugdelijk uitgenodigd en was op de hoogte van datum en tijdstip van de hoorzitting. Klaagster is niet verschenen bij de hoorzitting.

 

 

Standpunt van klaagster

Uit het klachtenformulier wordt duidelijk dat klaagster van mening is dat de beslissing tot verlenen van verplichte zorg grond mist omdat er slechts sprake is van informatie van derden en niet van eigen waarnemingen door Pro Persona.

Medewerkers van de opvang hebben gezegd dat klaagster ’s nachts niet slaapt, buiten loopt en geluidsoverlast veroorzaakt. Klaagster zou douchen met de deur open en in conflict komen met huisgenoten in de opvanglocatie. Klaagster beweert dat er in de avond en nacht niemand aanwezig is dus dit kan ook niet waargenomen zijn.

 

 

Standpunt van verweerder

Klaagster werd opgenomen middels een crisismaatregel nadat er in de thuissituatie (daklozenopvang) veel zorgen waren omtrent haar functioneren met groot risico op ernstig nadeel. Klaagster zou ’s nachts onrustig zijn en hardop praten, spullen van medebewoners wegnemen, met de deur open douchen en medebewoners op de hoogte brengen van haar psychotische overtuigingen wat voor ontregeling en angst bij hen zorgde. Tevens lukte het de ambulante behandelaren (FACT) niet om klaagster in beeld te krijgen omdat zij contact af hield. Wel werden er floride psychotische symptomen geobserveerd. Dit alles was voldoende voor het afgeven van de crisismaatregel, nadien voor de voorgezette crisismaatregel en inmiddels de zorgmachtiging, aldus verweerder.

 

Opname in accommodatie werd en wordt als proportioneel en noodzakelijk gezien omdat klaagster bekend is met zorgmijdend gedrag. Zij verschijnt niet op afspraken met de hulpverlening, reist door Nederland of vertrekt naar het buitenland met onbekende bestemming. Er is geen sprake van ziektebesef en inzicht aldus verweerder. Daarbij is klaagster nu ook dakloos geraakt omdat zij gezien het eerder genoemde gedrag niet meer welkom is binnen de daklozenopvang.

Verweerder vult aan dat beëindiging van de opnamen niet veilig zou zijn omdat dan de werking en bijwerking van de depotmedicatie niet goed gemonitord kan worden nu klaagster in de afgelopen jaren heeft laten zien veel op pad te zijn en daardoor nauwelijks in beeld van FACT/hulpverlening komt. Daarbij is de opname noodzakelijk om een goede, stabiele en passende woning/woonvorm te vinden zodat klaagster niet opnieuw is aangewezen op plekken in een maatschappelijke opvang die niet de holding en zorg kunnen bieden die nodig is. Het wijkteam is hier nog mee bezig aldus verweerder.

 

Verweerder vertelt ter zitting dat de psychotische ontregeling nu gedeeltelijk in remissie is als gevolg van antipsychotica in depotvorm. De verpleging kwam niet met klaagster in contact. Ze liep steeds weg als ze aangesproken werd. Nu gaat klaagster zitten als er iets aan haar gevraagd wordt en luistert. Het contact is duidelijk verbeterd maar de samenwerking blijft nog moeizaam.

Zij beaamt dat de informatie over het toestandsbeeld van klaagster aanvankelijk vanuit de tweede hand verkregen werd, maar verweerder heeft geen enkele twijfel over de juistheid daarvan. Er is diverse keren contact opgenomen met Pro Persona vanuit zorg. Klaagster gooide kerstbomen om en vertoonde het gedrag zoals eerder benoemd.

 

Klaagster is nu ongeveer 2 maanden opgenomen. Na opname is gestart met een paliperidon depot. Klaagster geeft aan bijwerkingen hiervan te ervaringen. Dat zijn bekende bijwerkingen aldus verweerder. Zij benoemt dat het van belang is dat de werking van de anti psychotica gemonitord kan worden bij klaagster. Hiervoor is opname noodzakelijk. Onder normale omstandigheden zwerft klaagster door Nederland en binnen Europa en is goede, continue zorg niet mogelijk. Er wordt toegewerkt naar toediening van een langwerkend depot om die reden.  

 

Over de beslissingen verplichte zorg benoemt verweerder dat er een omissie is geweest in het uitreiken van de 8.9-brieven. De hoorzitting voor de verlengde crisismaatregel vond plaats op 12 december 2022 en de hoorzitting voor de zorgmachtiging op 04 januari 2023. Na afgifte van de zorgmachtiging is geen aanzeggingsbrief voor de verplichte zorg uitgereikt aldus verweerder. In overleg met de GD is besloten om dit te herstellen in de 8.9-brief van 25 januari 2023 door de verplichte zorg met terugwerkende kracht tot 4 januari 2023 op te nemen. Verweerder geeft aan dat klaagster zich hier niet tegen heeft verzet.

Ook licht verweerder toe dat binnen de zorginstelling vastgesteld beleid is dat bij een verlengde crisismaatregel niet opnieuw een 8.9-brief uitgereikt hoeft te worden om de administratieve lasten enigszins te beperken.  

De voorzitter stelt vast dat dit niet juist is. ‘Als er een andere titel van toepassing is, behoort er een nieuwe 8.9 uitgereikt te worden’, licht de voorzitter toe. Verweerder zal dit met de GD opnemen.  

 

 

BEVINDINGEN VAN DE COMMISSIE

 

Ontvankelijkheid klacht en bevoegdheid commissie

Op grond van artikel 10.3 van de Wvggz kan een klacht worden ingediend bij de klachtencommissie over de nakoming van een verplichting of een beslissing op grond van de in dat artikel opgenomen bepalingen. Aangezien de klacht is gericht tegen de uitvoering van de verplichte zorg zoals bedoeld in artikel 8.9 Wvggz, is de klacht ontvankelijk.

 

Gronden en overwegingen

Gelet op de ingebrachte stukken, de inhoud van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting komt de klachtcommissie tot de volgende overwegingen.

Artikel 8:9 Wvggz bepaalt dat de zorgverantwoordelijke ter uitvoering van de (voortgezette) crisismaatregel en ter uitvoering van de zorgmachtiging een beslissing tot het verlenen van verplichte zorg niet neemt, dan nadat hij:

  1. zich op de hoogte heeft gesteld van de actuele gezondheidstoestand van betrokkene,
  2. met betrokkene over de voorgenomen beslissing overleg heeft gevoerd, en
  3. voor zover hij geen psychiater is, hierover overeenstemming heeft bereikt met de geneesheer-directeur.

 

Allereerst en meer in het algemeen overweegt de commissie dat verplichte zorg bij psychiatrische patiënten een ernstige inbreuk is op hun persoonlijke levenssfeer en/of lichamelijke integriteit. Deze inbreuk dient dan ook met de nodige waarborgen omkleed te zijn. Daarom worden er zowel op juridisch als op medisch gebied eisen gesteld aan het mogen toepassen van verplichte zorg. Op juridisch gebied moet verplichte zorg voldoen aan de gronden van de Wvggz en aan vormvoorschriften als vastlegging van het zorgplan en het uitreiken van een voldoende gemotiveerde schriftelijke kennisgeving van de verplichte zorg.

 

Klaagster is een [leeftijd] vrouw bekend met diverse psychotische ontregelingen in de

voorgeschiedenis, vermoedelijk voortkomend vanuit schizofrenie. Klaagster heeft een lange voorgeschiedenis, vindt zichzelf niet ziek en is zorgmijdend. Klaagster is het oneens met de opname. Volgens klaagster is de beslissing van opname op onjuiste gronden genomen. Zo is te lezen in haar klaagschrift. Klaagster is deugdelijk opgeroepen voor de hoorzitting maar niet verschenen.

 

Verweerder geeft aan dat de reden van opname gelegen is in het duidelijk psychotisch beeld van klaagster. Klaagster is al langer bekend bij verweerder. Vanuit de daklozenopvang is klaagster opgenomen met een crisismaatregel, gevolgd door een voortgezette crisismaatregel en zorgmaatregel. Klaagster werd uit de daklozenopvang geweerd door haar gedrag, ze praat ’s nachts hardop, neemt spullen van medebewoners weg, opent post van anderen. Klaagster heeft vergiftigings- en paranoïde wanen, is sterk vermagerd, loopt op blote voeten in vrieskou en is zorgmijdend. Klaagster zwerft, in Nederland en buitenland. Het ernstig nadeel is gelegen in acuut levensgevaar, ernstige verwaarlozing en maatschappelijke teloorgang.

 

Wat betreft de formele aspecten van de verplichte zorg stelt de commissie vast dat deze niet voldoen aan de wettelijke vereisten die hiervoor zijn gesteld. De verplichte zorg is besproken en op schrift uitgereikt op 08 december 2022, ter uitvoering van de Crisismaatregel. Na afgifte van de voortgezette crisismaatregel op 12 december 2022 is er geen schriftelijke kennisgeving verplichte zorg afgegeven, een verplichting volgens artikel 8:9 Wvggz.  Pas na afgifte van de zorgmachtiging, op 25 januari 2023 is er een schriftelijke kennisgeving verplichte zorg, waaronder opname, aan klaagster uitgereikt met een terugwerkende datum van 04 januari 2023.

Verweerder geeft aan dat de het niet afgeven van een kennisgeving verplichte zorg bij voortzetting crisismaatregel een beleidsregel is van Pro Persona. De commissie constateert dat dit in strijd is met de wettelijke eisen, zie artikel 8:9 Wvggz.

 

Aanbeveling: Het afgeven van een kennisgeving verplichte zorg zoals beschreven in artikel 8:9 Wvggz bij elk besluit verplichte zorg op basis van een crisismaatregel, op basis van een voortgezette crisismaatregel en op basis van een zorgmachtiging.

 

De commissie kan de inhoudelijke overwegingen van verweerder als passend kwalificeren. Het ernstig nadeel van klaagster is gelegen in ernstige verwaarlozing van zichzelf, maatschappelijke teloorgang en het opwekken van agressie van anderen door haar gedrag (met name bij de daklozenopvang). De opname, in combinatie met behandeling, bestrijdt dit ernstig nadeel.

 

De klacht inzake de opname ter uitvoering van de verplichte zorg wordt door de klachtencommissie gegrond verklaard op formele gronden. 

 

 

Beroep

Klager, vertegenwoordiger of de zorgaanbieder kan door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoekschrift bij de Rechtbank Gelderland beroep instellen tegen onderhavige uitspraak van de klachtencommissie. De termijn voor het indienen van een verzoekschrift bedraagt zes weken na de dag waarop de beslissing van de klachtencommissie aan de betrokkene is meegedeeld.

 

 

Aldus besloten,

namens de Wvggz klachtencommissie,

i/o

 

[XX]

Voorzitter Wvggz klachtencommissie

Datum: 22 februari 2022

Aantal bladzijden: 5